Door Gina Kamsma (4 mei 2020)
Eerder is in Liwwadders gepubliceerd dat de Vliegbasis Leeuwarden niet beschikt over een actuele omgevingsvergunning van de inspectie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor alles wat op de grond gebeurt. En evenmin over een natuurvergunning van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die betrekking heeft op bijvoorbeeld geluid en stikstof, ook vanuit de lucht. De bescherming van de gezondheid van omwonenden en van de natuur is dus niet goed geregeld. Het onderzoek van Liwwadders heeft onder andere geleid tot kamervragen aan het Ministerie van Defensie en tot een handhavingsverzoek bij drie ministeries, ingediend door de schrijver van dit stuk namens Milieudefensie, afdeling Leeuwarden en inwoners van de provincie Friesland. Daarop zijn officiële reacties gekomen. Ook heeft Liwwadders interviews afgenomen met onder andere Defensie.
De aanvraag voor de natuurvergunning is na 12 jaar nog niet ingediend
Op 17 april 2020 zijn eindelijk de PvdA-kamervragen van 17 februari 2020 beantwoord door de Staatsecretaris van Defensie, Barbara Visser. Normaal gebeurt dat binnen drie weken. De staatssecretaris erkent dat een nieuwe omgevingsvergunning nodig is en dat die in 2019 zou worden aangevraagd bij de inspectie. Dat heeft vertraging opgelopen in verband met de stikstofcrisis. Dit antwoord leidt tot nieuwe kamervragen van 21 april 2020, met onder andere als logische inhoud wanneer de omgevingsvergunning er dan wel is. Ook de aanvraag voor de natuurvergunning is nog steeds niet bij LNV binnengekomen, blijkt uit de brief van de staatssecretaris. Op 6 maart 2008 heeft de toenmalige Staatsecretaris van Defensie deze aanvragen voor alle militaire vliegactiviteiten toegezegd. De voorbereiding hiervan is pas gestart in 2015. De aanvraag wordt voor 1 oktober 2020 verwacht, aldus staatssecretaris Barbara Visser. In de kamervragen van 21 april 2020 wordt aan de orde gesteld dat het proces al 12 jaar duurt, dat niet wordt aangegeven waarom er vertraging is opgelopen en of er garanties zijn dat de aanvraag er is voor oktober 2020. De beknopte beantwoording van de vijf vragen door de staatssecretaris roept tien nieuwe vragen op.
De inspectie stelt besluit over handhaving uit tot 1 juni
Intussen loopt het handhavingstraject op initiatief van Milieudefensie vanaf 16 maart 2020. Barbara Visser vermeldt dit ook in haar brief van 17 april 2020. Voor het handhavingsverzoek wordt het reguliere proces doorlopen waarbij door de verantwoordelijke instanties zal worden vastgesteld of er aanleiding is tot handhaving over te gaan, aldus de staatssecretaris. Er zijn wettelijke termijnen voor een besluit op een handhavingsverzoek. De inspectie kiest ervoor ook Defensie bij de besluitvorming te betrekken. Voor zichzelf stelt de inspectie de besluitvorming direct uit tot 1 juni 2020. Halverwege mei 2020 had het besluit er moeten zijn. Een klein uitstel is toegestaan.
LNV stelt het besluit over handhaving uit tot 1 september, mag dat?
LNV stelt het besluit ook uit, tot maar liefst 1 september 2020. Dat kan beschouwd worden als een feitelijke weigering om te handhaven, waartegen een bezwaarschrift kan worden ingediend. Het lijkt erop dat LNV hoopt dat de aanvraag van Defensie voor de natuurvergunning inderdaad (ruim) voor oktober 2020 is ingediend. In dat geval zou LNV op 1 september 2020 kunnen stellen dat er een aanvraag is ingediend en dat LNV om die reden op dat moment handhaving niet passend vindt. Dat er niet tijdig een besluit wordt genomen door LNV staat in contrast met de opmerking van Defensie in de brief van 17 april 2020: Defensie dient zich, zoals elk ander ministerie, organisatie of persoon, aan de wet te houden. Dit was overigens het antwoord op de kamervraag of Defensie een voorbeeldrol heeft en zich aan de wet moet houden. Het al dan niet hebben van een voorbeeldrol komt in het antwoord van Defensie niet terug. Defensie vergelijkt zichzelf met een burger, die in het algemeen niet een voorbeeldrol heeft bij het nakomen van de wet.
De vliegbasis laat omwonenden weten dat alles goed geregeld is
Op 9 april 2020 dient Liwwadders schriftelijk vragen in bij Defensie. De Directie Communicatie van Defensie wil de vragen beslist op papier. Hoewel wordt gevraagd de vragen binnen een week te beantwoorden, wacht woordvoerder Jurriaan Esser tot 20 april 2020 met antwoorden. De kamervragen zijn op 17 april 2020 beantwoord. De heer Esser kiest ervoor de vragen schriftelijk te beantwoorden en om vooral naar de brief van 17 april 2020 te verwijzen. Nieuw is de opmerking dat Defensie eindverantwoordelijk is in dit gehele proces. Ook het Ministerie van Binnenlandse Zaken is via het Rijksvastgoedbedrijf erbij betrokken (de eigendom van de grond). De bal kaatst nu dus tussen vier ministeries. Liwwadders heeft de vragen bij het juiste ministerie ingediend. De woordvoerder schrijft aan Liwwadders dat het hem niet duidelijk is wanneer Defensie zou hebben gesteld richting de omwonenden dat alle benodigde vergunningen aanwezig zijn, zoals Liwwadders heeft gesteld. In reactie daarop citeert Liwwadders als voorbeeld uit een brief uit 2019 van de vliegbasis aan omwonenden: Wij willen dit aanvullen met de opmerking dat de Vliegbasis Leeuwarden beschikt over actuele vergunningen, zich houdt aan alle wet- en regelgeving die voor ons van toepassing is, dit altijd gedaan heeft en dit ook zal blijven doen in de toekomst. Daar kunt u op rekenen. Dit lijkt op een omschrijving van wat een voorbeeldrol is. In 2019 staat echter vast, ook voor Defensie, dat er twee belangrijke vergunningen ontbreken.
De komst van de F-35 zou milieu neutraal zijn
Een belangrijke vraag van Liwwadders aan Defensie is waarom Defensie stelt dat de activiteiten van de recente omgevingsvergunningen ten behoeve van de straaljager F-35 milieu neutraal zijn, geen negatieve invloed hebben op het milieu. Een verwijzing naar de beantwoording van de kamervragen op 17 april 2020 volstaat niet, want daarin wordt geen antwoord op deze vraag gegeven. Datzelfde constateerde kamerlid Kerstens, die op 21 april 2020 de nieuwe vraag stelt: Wie hebt u geraadpleegd om te komen tot de conclusie dat het hier gaat om “relatief beperkt milieubelastende activiteiten”? Liwwadders heeft 20 april 2020 opnieuw een antwoord gevraagd aan de woordvoerder van Defensie, en wel snel. Begin mei 2020 is er nog geen reactie. Een van deze omgevingsvergunningen betreft de nieuwbouw en het gebruik van een groot en dus kostbaar pand, specifiek voor de F-35’s. Ook is de grens van het terrein van de vliegbasis gewijzigd in verband met de komst van dit straaljagertype. En dat alles is milieu neutraal? Een lezer nam contact op met Liwwadders. De omwonende ontving bericht van de vliegbasis waarin door de vliegbasis wordt erkend dat het geluid van de F-35 niet vergelijkbaar is met dat van de F-16. De vliegbasis probeert wel binnen de geldende geluidscontour te blijven, omdat dat moet, aldus de vliegbasis.
Defensie voelt er niet voor om de stikstofuitstoot te registreren
Voor de twee ontbrekende vergunningen is de mate van uitstoot van stikstof van belang. Stikstof komt met name vrij bij het gebruik van brandstof bij het vliegen. Liwwadders heeft aan Defensie gevraagd of deze emissie van stikstof wordt geregistreerd, zoals dat bijvoorbeeld bij een autofabriek gebeurt. Dat doet Defensie niet, omdat dit niet verplicht is, is het antwoord. Maar wanneer een vergunning wordt aangevraagd, wordt de stikstofuitstoot wel in kaart gebracht, aldus Defensie. Liwwadders heeft daarvan bewijzen van opgevraagd, maar nog niet ontvangen. Het lijkt echter lastig feiten (over stikstof) in kaart te brengen zonder over geregistreerde gegevens te beschikken. Hieromtrent heeft Liwwadders contact gezocht met Johan Vollenbroek van Mob, de organisatie die de procedure heeft gevoerd die tot de stikstofuitspraak van 29 mei 2019 van de Raad van State heeft geleid. Op dit moment richt de heer Vollenbroek zijn aandacht op het ontbreken van (actuele) natuurvergunningen bij burgervliegvelden Hij geeft aan: Evenmin vindt registratie van de stikstofemissie plaats bij de burgerluchtvaart. Maar LNV zal dat wel moeten doen op grond van de stikstofuitspraak.
Contact met de gemeente Leeuwarden en de provincie
Op 17 april 2020 meldt de Staatssecretaris van Defensie desgevraagd: Het Ministerie van Defensie is voortdurend in overleg over de aanvraag van vergunningen, onder andere over die van de Vliegbasis Leeuwarden. Defensie voert hierover overleg met betrokken provincies, gemeenten, het Rijksvastgoedbedrijf (van het Ministerie van Binnenlandse Zaken), het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Voor Liwwadders is deze opmerking een extra aanleiding te willen spreken met wethouder Hein de Haan (PvdA) van Leeuwarden en gedeputeerde Douwe Hoogland (PvdA) van de provincie, die beiden de Vliegbasis Leeuwarden in portefeuille hebben. Zien zij een eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van de bevolking of de natuur? Wordt vervolgd.